bij mijn aanmelding voor de schrijversvakschool

(reeds eerder gepubliceerd)

Tussen de gitaren zit ik weer. Ik heb me een schrijfplekje toegeëigend in het midden van de winkel. Een vorige keer schreef ik er al een stukje over en deze keer kan in de aandrang ook niet onderdrukken.

Mijn zoon is aan het puzzelen, te weinig linkshandigen en de exemplaren die hij geprobeerd heeft lijken niet te bevallen. En hier zit ik dan, terwijl om mij heen de muziek opstijgt uit een keur van instrumenten.

Een junior medewerker – student letterkunde – heeft me een kopje koffie gebracht en een tweede tafeltje bijgeplaatst om mijn geschrijf niet te bemorsen.

‘Aan het schrijven meneer ?‘.
Wat zal ik antwoorden …..

Ik vertel van mijn vorige ervaringen in deze winkel en dat ik er ook een stukje over schreef en dat ik dat tot een boekje gebundeld heb dat nu in de winkel ligt.

‘Bent u een schrijver meneer ?‘.
Wat zal ik antwoorden …..

Ik vertel dat ik gisteren het boekenbal bezocht, samen met mijn broer die ondanks zijn hoge leeftijd nog als beste boekverkoper te boek staat. Laatst was hij nog op TV en zijn baas beaamde dat hij gewoon de beste is. De mond van de student staat inmiddels wijdt open. ‘Dat is ook mijn droom meneer, dat boekenbal’. Met een diepe buiging treedt hij achterwaarts, steun zoekend bij collega’s die hem troostend opvangen.

Fluisterend en mij niet uit het oog verliezend spreken ze met elkaar. Ongeloof heeft zich van hun meester gemaakt.  Hun gefluister blijft niet onopgemerkt en andere gasten willen er het hunne van weten. Uit alle hoeken van de winkel snellen ze toe en staren mij inmiddels aan met opengesperde ogen. Ik geniet ervan, van mij mag het nog even duren.

Tegen sluitingstijd komt er pas verandering in het tafereel. De meesten zijn bijgekomen van de schrik en durven eerst nu om een handtekening te vragen, Met verve krabbel ik mijn naam op borsten en billen en als de winkel leeg is wil ook het personeel een blijvende herinnering. Als laatste komt de jongste bediende langs voor een afrondend gesprekje. Zijn adoratie lijkt inmiddels verdwenen. Bijgekomen van de emoties heeft hij het schouwspel van een afstand gevolgd en heeft zich suf gepeinsd wat er achter mijn brede glimlach kan zitten.

‘Mag ik weten hoe u heet meneer ?’.
Wat zal ik antwoorden …..

Als ik mijn naam zeg verstikt hij.

‘Bent u wel echt schrijver meneer en spreekt u wel de waarheid meneer ?’.
Wat zal ik antwoorden …..

‘Niets dan de waarheid jongeman, wat heb ik anders het afgelopen uur gedaan ?’.

Castor en Pollux

Warm is het, te warm om te slapen. Half vier, ik ga er maar weer uit en loop onrustig door deuren en langs ramen. Staand voor een open raam kijk ik naar de sterrenhemel die zich schijnbaar deze nacht wil laten ontdekken.

Links naast een bijna verborgen maan staat een heldere ster die uitnodigend straalt waardoor ik me af vraag wat zijn of haar naam is. Mijn fotovriend – natuurkenner van korstmos tot kosmos – heeft me getipt over een mooie app die de sterrenhemel een naam geeft. De afgelopen nachten heb ik hem vaak gebruikt en ben ik verrast over zijn werking en de informatie die hij biedt; er gaat een wereld voor je open, een die groter is dan waarop ik nu op rondloop. Venus is het, geen ster, maar een planeet. Ik heb het verschil gisteren nog aan mijn kleinzoon uitgelegd; je bent alleen zichtbaar in het licht van een ander. Maan en Venus, beiden planeten die het van een ander moeten hebben.

Als mijn ogen verder aan het duister gewend zijn zie ik nog verderop links van de maan twee kleine lichtpuntjes, het blijken Castor en Pollux te zijn, de helderste sterren van het sterrenbeeld Tweelingen. Mijn associatief brein neemt me mee langs oude beelden en herinneringen als reiziger door tijd en ruimte. Ik wordt er rustig van; te weten onderdeel te zijn van een groter geheel geeft de mens rust – niet langer alleen te zijn in een slapeloze nacht.

De afgelopen weken brachten juist wel een sfeer van eenzaamheid en onrust. Beperkte levensruimte en contactloos leven vormden de contouren van ons bestaan. We haalden onze rolstoeldochter naar huis om haar te beschermen tegen een onzichtbare vijand en zelf maakten we korte uitvluchten naar een vaste plek op een naburige camping. Heen en weer in tijd en ruimte …..

Op de app lijkt een satellietspoor de sterren en planeten in twee werelden te plaatsen; die van licht geven en die van licht ontvangen. Net zoals in de mythologie de Griekse tegenhangers van Castor en Pollux. Zij verbleven de ene dag als goden op de Olympus en de andere dag als sterfelijke zielen in Tartaros; evenzo voelde ik me soms heen en weer geslingerd tussen twee soortgelijke werelden.

Maar nu is er dus even rust en nadat ik de app leeg-gelezen heb besluit ik mijn eigen ‘Leda’ weer op te zoeken in de hoop de slaap te kunnen hervinden. Verrassend hoe soms twee werelden tot één versmelten als je tijd en afstand even de ruimte geeft.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Castor_en_Pollux