drie avonden op rij
niks zinnigs op papier
gedachten op de loop
‘kom hier’ roep ik
en laat je vormen
tot een gedicht dat
spreekt van wat ik wil
voorlopig is het stil
vanmorgen in de mist
met straffe tegenwind
een zelfde liedje
geen beelden en gedachten
om te bewaren
tot het moment
dat ze zo nodig zijn
zoals nu
starend naar bekraste vellen
potlood meermaals geslepen
zit ik te wachten
totdat het beter wordt
mijn hoop als brandstof
wachtend op de vonk
die mij ontvlamt
tot dichterschap
nu het de late uurtjes zijn
vraag ik me duttend af
waarom mijn hoop niet is ontvlamd
en ik nog vrucht’loos zit te staren
was het vandaag geen vonkentijd
of is de mist niet weggewaaid
en zaten mijn gedachten dicht
de dichter in mij opgesloten?