Een lege kar

Het geluid van de scheepshoorn vult de ruimte tussen de vlakke Waddenzee en het hoge wolkendek. We gaan op reis.

Het inpakken vanmorgen leek een sleetse routine, waaronder onze ‘reiskus’, die allang geen startschot meer is van een nieuw avontuur. In de ogen van mijn vrouw zag ik Noorse fjorden die mijn verlangen naar ‘een keer iets anders’ weerspiegelden.

Toch was het dit keer anders. De achterbank was leeg, ons nakroost bleef aan de wal. De behoefte aan een gezamenlijke vakantie was weggeëbd. Onze overtocht bleek daarom meer dan een reis over het wad. Door de patrijspoorten zagen we meer dan een verdwijnende vaste wal en een door getijden gemarkeerde vaarweg. Mijn vochtige ogen zochten de hare, onze handen tastten elkaars herinneringen op zoek naar een vorm om ze te bewaren.

Dezelfde handen vinden elkaar op een terrasje om mijn verjaardag te vieren.  Eilandgasten trekken aan ons voorbij, zich onbewust dat ze onderdeel zijn van onze wedstrijd om de inhoud van hun fiets- en wandelkarretjes te raden. Sinds het hondenvolk door onze humaniseringsdrang geslachtofferd is valt ons op hoeveel voor mensenkinderen bedoelde karretjes geen twee-, maar viervoeters bevatten. We hebben inmiddels een algoritme ontwikkeld om te voorspellen wat de inhoud van zo’n karretje is. Alleen gesloten karretjes doen mee, omdat veel hondenbezitters de schaamte voorbij lijken te zijn. Alsof er niets aan de hand is trekken of duwen ze hun gestrikte en gekamde viervoetertjes parmantig voort, en wij vinden daar dus wat van.

Mijn vrouw is de onbetwiste winnaar. Zij leest de voorbijgangers vanuit een intuïtie die alleen zij bezit en kan daarom feilloos de inhoud van een karretje voorspellen. Met mijn gedachten van vanmorgen voel ik inmiddels met haar mee. Het is niet zozeer het kunnen voorspellen of er een hond in zit, maar meer dan dat er geen kind in zit. Een stil gemis is met ons meegereisd.

Clemens rust

was blinde Simson hier
op weg naar binnen
of misschien naar buiten

heeft hij hier doorgetast
in ongekende woede
die hem tot tillen dreef

of is na Adams vlucht
de tuindeur niet gesloten
en blijft hij altijd open

waarom onrustige gedachten
geboren uit een beeld dat is
gevonden zonder het te zoeken

wij openen de deur ernaast
en vinden ‘Clemens’ rust
Ameland – weer even thuis

Ameland, September 2021 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Clemenskerk_(Nes)

Huilbui

dreigende wolken
vechten met land
en als ze winnen
storten ze zich uit
alsof ze huilen
om verloren water

gaan leeg weer verder
om zich te hervullen
met de dampen van
het natgeworden land
dat niet alle tranen
opgedronken heeft

 

‘t Wort nie wat

Ik zit met mijn vrouw en dochter op het zeshoekige Joop Edes boombankje in het centrum van Nes. Op het pleintje met de aanpandige neringen van bakkerij De Jong en Hotel de Jong. Ik heb net bij de eerste drie King size roombroodjes gekocht die we ons goed laten smaken. We nemen de wolkbreuk van poedersuiker voor lief die zich over onze kleding en schoenen uitstort als teken van ongemak. De hand van De Jong is uitgeschoten of hij wil, de omvang van zijn klandizie kennende, voorkomen dat deze door hypo’s overmand zijn suikerklontjesvoorraad tot een beklagenswaardig minimum reduceren.

Net als wij onze mond wijd open en op korte afstand van de eveneens met overdaad aangebrachte room gepositioneerd hebben wordt we opgeschrikt door een drietal fiets-afstappende dames op leeftijd, die zich gedragen als brugpiepers uit vervlogen tijden. Alsof ze op mars geland zijn geven ze aan elkaar in staccato instructies over de wijze waarop en waar hun ongetwijfeld gehuurde tweewielers het beste gestald kunnen worden. Aan hun uiterlijk te zien schat ik dat het gezelschap uit één moeder en twee dochters bestaat. De vorige keer dat we hier zaten en eveneens een drietal dames ons het uitzicht belemmerde leek het omgekeerde het geval. Maar wellicht was het een tienermoeder die op stap was met haar dochters, waarvan één een nakomertje was.

Nadat zijn hun armen, benen en andere lichaamsdelen gestrekt hadden keken zij in het rond als zeeverkenners op een booreiland. Ze stonden de coronaregels overtredend in driehoeksopstelling dicht bij elkaar, ieder met uitzicht op een ander deel van het plein. De vrouw met de blauwe pantalon met plooi en een wit vest hengelde een bijpassend wit handtasje uit haar fietstas, waaruit ze vervolgens een mondkapje trok en deze met de witte kant naar buiten over haar gezicht trok. Als volleerde ordehandhavers stortten de andere twee zich op de, door mij tot moeder geconcludeerde, derde persoon om deze ondersteund met handgebaren te gebieden het mondkapje om te draaien. Haar restte niets anders dan te gehoorzamen, gezien de met tatoeages gedecoreerde bovenarmen van haar belagers, waarna het beugeltje haar welgevulde onderkin ondersteunde.

Nadat ze zich enkele malen om hun as gedraaid hadden begon ons op te vallen dat één van hen de ogen bij iedere ommedraai net iets langer op ons gericht hield dan je zou mogen verwachten op basis van hun rotatiesnelheid. Haar pupil draaide daarbij van de ene ooghoek naar de andere waardoor deze een nog net voldoende onbewogen beeld van ons gaf, op basis waarvan haar eigenaresse concludeerde, dat we de roombroodjes nog niet voor de helft verorberd hadden en dat dat ook nog wel even ging duren, waarna ze als een dorpsomroeper de pleingasten, die met toenemende verbazing het roterende drietal hadden gadegeslagen, daarvan op de hoogte stelde met de woorden:

“Kiek, doar zoaten wie veurig moal, moar ik zie ‘t al, ’t wort niet wat, loaten we mor aanderkaant goan plakken.

op weg naar Ameland

achter ons verlaten wal
voor ons slechts zee als
vlakke spiegel spiegelt zij
de wolken zodat ze paren
en met ons optrekken
zoekend naar de overkant

nu nog in mist gehuld
totdat de zon doorbreekt
en wegjaagt koude vlagen
warmend het losse land dat
zich voor ons openbaart
overkant van verlangen

de spiegel wordt doorsneden
twee witte strepen schuim
waaieren zich achter ons uit
raken de net droge zanden
wadlopers vliegen voorwaarts
tot de zee het wint van land

slingerend zoekt het schip
zijn weg over uitgediepte
paden tussen groen en rode
bakens laveert ze veilig
naar de overkant die wacht
land in zicht – Ameland

de Witte Wieven

Bovenop de Ballumer Blinkert wil ik staan in afwachting van de zonsondergang. Er is een weersverandering op komst en dan moet je erbij zijn als fotograaf. Veranderende omstandigheden vastleggen in verstilde beelden; ik hou van tegenstellingen.

Op het schelpenpad van de Verbindingsweg naar de Blinkert kan ik nog net een kleine salamander ontwijken die zich te goed lijkt te doen aan de door de zon opgewarmde schelpen. Mooi oranje is hij, net als de zon. Voorzichtig probeer ik hem op te pakken, hij lijkt wel dood, maar langzaam komt er weer leven in. Ontroerend teer diertje op een gevaarlijke fietsroute, ‘ik zal je redden’. Languit liggend probeer ik een foto te maken, wel focus, maar geen scherpte en te weinig licht – op hoop van zegen. Dankbaar groetend zet ik hem even later op een veilig plekje ver weg van het fietspad.

Door deze onverwachte ontmoeting moet ik me nog haasten. Boven aangekomen blijk ik gelukkig alleen – hoe moet je anders van de rust genieten – Wat is ze wonderlijk mooi die natuur: een oranje ondergaande zon die de lucht zijn lading en gloed geeft, een immer ruisende zee die als een backing vocal het zich voortdurende veranderende landschap begeleidt. En in de verte de vuurtoren, een hemelwijzer als baken op aarde.

Als de zon langzaam verdwijnt verandert de sfeer met hetzelfde tempo. In de mystiek verwisselt de dag zich voor de nacht. Het wordt koud en klam. Het landschap wordt langzaam opgeslokt en lijkt te sterven door een witte deken van mist – de Witte Wieven zijn gekomen en nemen op weg naar de nacht fluisterend bezit van het landschap. Laat ze maar komen, laat me maar even samen met het landschap verdwijnen en rusten onder hun witte, zachte deken.

Nadat het licht verdwenen is staat – als op een woord – de wereld stil. Morgenvroeg zal de opkomende zon de Witte Wieven weer verdrijven en de nacht zich omwisselen voor een nieuwe dag; de zoveelste dag – en hij zag dat het goed was.