Harry is dood (1)

Midden in het leven is zijn kar tot stilstand gekomen. Een man die vaak in het centrum van de aandacht stond en zelf spektakel maakte als het er niet was. Hanna was gek met hem. Hij was bijna Nederlands kampioen, hij had zijn plannen al klaar voor de ultieme overwinning. Een harde man, voor zijn omgeving en voor zichzelf. Deskundig. Ik herinner me dat Hetty en ik een keer kwamen kijken hoe hij Hanna les gaf; zijn uitleg was formidabel. Zelfs wij als niet-paardenkenners begrepen waar het om ging; de ultieme verstandhouding tussen ruiter en paard. En de lijn tussen Harry en Hanna. Hij mocht Hanna omdat ze er voor wilde werken, in tegenstelling tot veel andere meiden.

Nu is het stil, de toekomst in duigen. Een gat achterlatend verdween Harry, kalm en onverwachts. Pas de komende tijd zal zichtbaar zijn hoe groot dat gat is. Thuis, voor zijn vrouw, voor de dieren, voor de paardenwereld. Harry heeft geleefd zeggen ze; roken, praten en werken tegelijk. Het typeerde hem. Altijd bezig en druk en alles moest onmiddellijk. De tijd staat even stil, de leegte laat zich nu al raden. Ook voor Hanna is een stukje toekomst weg. Hij had plannen voor haar; een nieuw paard, kalmer dan Schalk  en dan samen verder. Hij had altijd plannen voor de toekomst. Altijd vooruitgang en verbetering, anders sta je stil. Stil staat hij en stil staan wij. Even aan de grond genageld. ‘Pas goed op jezelf en geniet er van’ had hij nog tegen zijn vrouw gezegd. Hij wist dat het een aflopende zaak was. Hanna vertelde hoe het de laatste tijd ging. Bloed spugen, moe, moe, tot het einde door.

Het leven was een wedstrijd voor hem. En nu stopt het, wat was de finish, waar zou die gelegen hebben? Over het leven na dit leven geen woord. Van niemand niet. Stopt het inderdaad zo voor de finish?
Harry is dood.