Watch-the-rainbow-watch-the-rainbow-watch

Deze woordspeling zonder eind laat me even niet meer los sinds gisteravond. We hadden er alles aan gedaan met zoveel mogelijk gezinsleden naar een concert van Matthijn Buwalda te gaan. Tot op het laatste moment was de deelname niet maximaal en ondanks de zich herhalende uitnodiging leek het daarbij te blijven. Mijn oudste zoon had eerder een jeugddienst meegemaakt waar Matthijn optrad en bleek niet overenthousiast te zijn. Gesloten als hij is kwamen we er niet helemaal achter, maar ik denk dat het met afstand houden te maken heeft. Afstand tot wat en wie?

Uiteindelijk koos hij – gestimuleerd door zijn vriendin, die we gezien de duur van hun relatie tot ons gezin rekenen – toch mee te gaan voor de gezelligheid en om zijn zusjes niet teleur te stellen. Dankbaar en blij vertrokken we met z’n allen naar Zwolle. Matthijn trad op in de thuiskerk van onze rolstoeldochter en we hadden ons gehaast op tijd te zijn voor een mooi plekje. Gewapend met veel zin en mijn camera zat ik met een deel van mijn gezin op de eerste rij. Mijn camera is het mooiste excuus om met de neus vooraan te zitten, ook al is dat te midden van de allerkleinsten.

Matthijn stelde ons niet teleur. De nummers van zijn nieuwste CD geven blijk van zijn talenten, zowel muzikaal als tekstueel. Voor mij speelt herkenbaarheid in de teksten een grote rol en in dat opzicht is het lied Podium van Leven een topper. Als beschouwend mens zweef ik dan even boven mijn eigen en andermans leven en zie zon en regen, soms tegelijkertijd. Afstand: waar zou mijn zoon dat van hebben?

Na afloop het gebruikelijke handtekeningenwerk. Dit keer had ik er een efficiënt gebeuren van gemaakt. Aan ieder briefje voor een handtekening had ik voor Matthijn een frutseltje gehangen met daarop de naam van de betrokkene.

Bij het briefje voor mijn oudste zoon + vriendin vroeg Matthijn een toelichting; of het een stel was. Ik lichtte toe hoe ze elkaar hadden leren kennen en mijn gedachten gingen daarbij terug naar een tijd waarin ik me zorgen maakte om mijn oudste. Een tijd waarin we tijdens vele boswandelingen elkaar mochten vinden als zoekende mensen; ik op mijn pad en hij op een voor mij onbegrijpelijk pad dat mij uiteindelijk zicht gaf op een groep ook zoekende en vaak – door het leed in de wereld – gekwetste jongeren. Vaak donkergekleed weerspiegelen zij wat zij in de wereld aantreffen. Leed – it ain’t fair – maar alom aanwezig. Waar is de hoop – dacht ik vaak toen ik met hem sprak, hoop op een betere wereld, hoop op gerechtigheid. In die tijd schonk ik hem een horloge uit mijn verzameling, een horloge dat de kleurencirkel van Johannes Itten als wijzerplaat heeft, regenboogkleuren die naar ‘hoop’ verwijzen voor een van onrecht ondergelopen wereld, naar een nieuwe wereld die zeker komen gaat.

Mijn zoon en het horloge zijn onafscheidelijk. Ook toen hij samen met zijn vriendin en Matthijn op de foto ging. Het heeft een mooi plaatje opgeleverd dat ik altijd bij me zal houden.

En als de hoop af en toe vervaagd zal ik hem vragen hoe laat het is…