Binnen ons MT hebben we de gewoonte aan het begin van de vergadering even stil te staan bij onze successen in de voorbijgaande periode. De gedachte daarachter is dat we af moeten van het gemopper en dat gemopper succes in de weg staat. Omgekeerd geredeneerd kunnen positieve punten het succes dus bevorderen.
Vandaag vertelde onze afdelingsmanager, die tevens ouderling is, dat hij afgelopen zondag ouderling van dienst was. De zaterdagavond ervoor had hij op een lokale bruiloft de nieuwe dominee ontmoet en met hem van gedachten gewisseld over de voordelige kanten van het ambt van ouderling ten opzichte van dat van predikant. Aanleiding was het afslaan van het gebruikelijke biertje door de predikant in ruil voor een glas water met als argument dat hij de volgende dag weer fris op de kansel moest staan. Mijn manager wreef er nog even stevig in dat hij als ouderling van dienst bij het handen schudden best wat koersvastheid mocht missen omdat in de kerkenordening niet specifiek omschreven is hoe vaak er op en neer geschud moet worden en op welke hoogte dit moet plaatsvinden. In voor een grap en met in het achterhoofd dat successen – in dit geval een nieuwe dominee – ook zichtbaar gevierd mogen worden stelde hij de verse predikant voor een high-five uit te proberen. De man aarzelde een klein moment -hij ‘stond’ nu immers in het noorden- maar de andere feestgangers, waarschijnlijk na wat glazen bier, stimuleerden hem om mee te gaan met het voorstel. Denkend aan zijn vader die het nodige in Brazilië, ook als predikant, had meegemaakt besloot hij in te gaan op het voorstel. Het publiek joelde, nu werd het ernstig en mijn manager aarzelde nu ook. Onderhandelaar als hij is verraste hij het publiek met een tegenvoorstel. ‘Ik doe het alleen als jullie applaudisseren.’ En zo geschiedde.
Aan het begin van de kerkdienst hield mijn manager het rustig. Hij schatte in dat ongebruikelijke bewegingen aan het begin van de dienst teveel afleiding zou veroorzaken van waar het werkelijk om ging, dus hield hij het bij de gebruikelijke uitvoering van het handen schudden. De omstanders van de vorige avond voelden een opluchting – hun applaus was nu immers niet nodig en een ordeverstoring in de eredienst bleef zo achterwege. Maar gaandeweg de preek begon bij hun de twijfel toe te nemen. Mijn manager kennende waren ze er – terecht – niet gerust op dat hij bij het normale zou houden.
De preek ging over de bruiloft te Kana, de feestavond daarvoor in een bredere context plaatsend. De dominee aarzelde geen moment een ruime slok water te nemen, indachtig het wonder van destijds voelde hij de blijdschap en vrolijkheid in zich toenemen. Die momenten dat hij even geaarzeld had zijn afspraak van de vorige avond na te komen verdwenen met iedere slok meer en meer. Uiteindelijk sloot hij af en knikte zichtbaar voor iedereen naar mijn manager de spanning opbouwend naar wat er nog zou komen. Na de zegen traden ze elkaar tegemoet. Beiden voelden hoe hun rechterhanden de bovenkerkordelijke hoogte opzochten om tezamen te eindigen in een unieke high-five. Een luid applaus steeg op langzaam overgaand in dat van nog meer high-fives. De bruiloftsweek was ten einde.
Aan het einde van het verhaal moest ik diep nadenken hoe ik mijn viermomenten van de afgelopen week zou verwoorden. Ze waren er niet geweest in mijn herinnering, maar om geen spelbreker te zijn besloot ik toch iets te vertellen.
Ik vertelde van de teleurstellingen binnen ons gezin in de afgelopen week die elkaar in rap tempo opvolgden en met elkaar leken te vechten om de meeste aandacht. Ik verwoordde dat mijn viermomenten bestonden uit de gedachte dat ik wat meer afstand zou moeten nemen, de touwtjes wat verder zou moeten laten vieren. Bij tegenvallers krijg ik de neiging om ze juist strakker aan te halen, zeker als het om mijn kinderen gaat. Hoezo loslaten als een ander ze laat vallen? Aantrekken die teugels zou ik zeggen!
Toch is het maar de helft van wat ik voel en weet. Mijn jongste paardrijdende dochter heeft het ook meegemaakt. Als je kar op hol slaat en je er af gesmakt wordt is er Iemand anders die de touwtjes in handen blijkt te hebben. Op wondere wijze kan een beenbreuk helend zijn voor dat besef.
Afgelopen zondag maakten we een Vriendendienst mee in Zwolle. Het ging over de gelijkenis van een andere bruiloft dan die te Kana; een bruiloft waar vele genodigden verstek laten gaan, maar waar je als gast met andere gasten mag zingen U maakt ons een. We waren onder de indruk en onder het zingen zochten onze handen elkaar op. Ze vonden elkaar, onzichtbaar voor de andere gasten, in gevouwen toestand.
De volgende keer ook een high-five ?