op weg naar Ameland

achter ons verlaten wal
voor ons slechts zee als
vlakke spiegel spiegelt zij
de wolken zodat ze paren
en met ons optrekken
zoekend naar de overkant

nu nog in mist gehuld
totdat de zon doorbreekt
en wegjaagt koude vlagen
warmend het losse land dat
zich voor ons openbaart
overkant van verlangen

de spiegel wordt doorsneden
twee witte strepen schuim
waaieren zich achter ons uit
raken de net droge zanden
wadlopers vliegen voorwaarts
tot de zee het wint van land

slingerend zoekt het schip
zijn weg over uitgediepte
paden tussen groen en rode
bakens laveert ze veilig
naar de overkant die wacht
land in zicht – Ameland