kasteel, mijn kasteel, zorgvuldig opgebouwd en ingericht,
serre, uitkijktorens, een zolder met gesloten toegangsdeur,
waarvan de sleutel een verdieping lager ligt te wachten,
te wachten om gevonden te worden door wie wil zoeken,
tot ik, kasteelheer, de deur van mijn gedachten kan ontsluiten
vergeten sleutel, aan de ronde tafel van het samenzijn
door mijn geliefden in hun talige matrijzen gevormd en
aangereikt aan mij, maar die in de strijd verloren ging,
werkloos bleef de deur van mijn gedachten, totdat ik
vond, en zichtbaar werd wat ik – gedachtenjutter – had verzameld
nu hij geopend is zal ik mijn volle zolder binnentreden,
wikken en wegen de veelheid aan gedachten en kiezen,
verhalen en gedichten maken tot jonge frisse bloemen,
ze planten in mijn kasteeltuin, in haar middenhart en in
de perken die ik aangelegd heb voor mijn geliefden
met de kinderen van mijn kinderen zal ik de torens beklimmen,
hun laten zien dat mijn domein zich eindeloos uitstrekt
voorbij de horizon, een volle maan en verre sterrenhemel
daar in de oneindige ruimte, waar onze dromen groeien,
spelen als kinderen, kinderen van de eeuwige jeugd
en in mijn achtertuin, daar waar de zon niet schijnen kan,
zal ik wat ik niet kan of wil gebruiken ophopen op kille grond,
aan de kleine beestjes overlaten totdat ze volverzadigd zijn,
als dan de hoop zijn laatste damp heeft uitgeblazen, dan zal
de tuinman wat nog over is verstrooien in mijn bloementuin
2 juni 2022