geleende tranen

mag ik mijn eigen tranen laten zien
waarvoor ik mij een beetje schaam
is het het onrecht dat ik voel misschien
waarmee ik deze lange weg moet gaan?

mag ik mijn eigen woede laten zien
waarvoor ik mij een beetje schaam
of is het (sl)echt(s) een biddend opzien
waarin ik vraag – wilt U ze zien misschien?

zijn het alleen mijn eigen woedetranen
waarvoor ik mij een beetje schaam?
of – die ik van haar leen en kan be-amen
– mijn kind – ziet U haar dan wel staan?

vanwaar mijn schaamte om geleende tranen
mijn eigen woedetranen zal ik daarom drogen
en met haar bidden om een eindig ‘amen’
omdat ik onze tranen zie in Vaderogen.