XXXXX‘Als de sirenes gaan’ had ze bij hun laatste ontmoeting zichtbaar door de glazen wand gefluisterd die hen al zes jaar van elkaar scheidt. ‘Zuid’ vervolgde ze terwijl ze nauwlettend de indommelende bewaker in haar ooghoek hield.
XXXXXJohnny had het iedere dag daarna met eenzelfde fluistertoon herhaald om niet te vergeten, niet te vergeten dat Sandra zijn life-line is.
XXXXXVandaag is het de eerste van de maand. Unit 5 heeft lunchpauze. Johnny eet graag alleen. Iedereen respecteert zijn zelfgekozen isolement – ook uit eigen lijfsbehoud. Voor Sam maakt Johnny heel af en toe een uitzondering. Dan praten ze samen over hun tijd bij de marine, toen ze in de Cariben met de ‘Holland’ jacht maakten op drugssmokkelaars en hoe ze een deel van de vangst verstopten in de kombuis, voor eigen gebruik en voor Klaas Bruinsma, de sergeant-majoor die nu in isoleer zit in Unit 1. Vandaag geen Sam, het is wachten op de sirenes.
XXXXXMet ingehouden pas loopt Johnny naar de zuidmuur, daar waar de felle zon het niet kan winnen van de betonnen gevangenismuur en een smalle strook schaduw moet toestaan. Met vaste regelmaat kijkt hij omhoog naar de gevangenisklok, die de tijd voorbij laat gaan – totdat de grote wijzer zijn kleine pendant volledig bedekt en er sirenes klinken. Quasi geschrokken laat Johnny zijn aangebroken lunch op de grond vallen en draait zich ostentatief om in de richting van het aanzwellende geluid. Als het weggestorven is raapt hij zijn lunch bijeen en ook de mandarijn die met een onhoorbare plof zojuist voor zijn voeten is gevallen. ‘Op Sandra kun je vertrouwen, gelukt’ fluistert hij in zichzelf – ‘weer gelukt’ – tot vandaag. Zijn gedrag in de schaduw is niet onopgemerkt gebleven – vrienden kennen elkaar.
XXXXXAls Johnny zijn schaduwplek wil verlaten spreekt Sam hem dreigend aan.
XXXXX‘Zeg Johnny, ik heb het wel gezien hoor, kom maar op met dat spul, Klaas zit zonder.’
XXXXX‘Opzouten man’ snauwt Johnny hem toe, ‘je regelt zelf maar wat voor die Klaas-baas, wil je soms een knal voor je kop?’
XXXXX‘Ik zou maar effe dimmen man’ schreeuwt Sam terug terwijl hij Johnny vastpakt, ‘je kent Klaas toch, geef hier anders stuurt hij zijn broer op je meissie af heeft ie gezegd.’
XXXXX‘Ja of op die van jou als je hem dit keer ook weer teleurstelt.’ reageert Johnny. ‘En die trut kan sowieso doodvallen sinds ze mij bedrogen heeft’ Dus kom maar op makker, eens kijken wie er binnenkort weer vrijgezel is!’
XXXXXNog voordat de, uit hun zonnebad ontwaakte, bewakers het vechtende tweetal hebben bereikt heeft zich een aantal gevangen in een beschermende scrumvorm rond hen opgesteld. Hun luidkeelse aanmoedigingen zijn tot ver buiten de gevangenismuren te horen.
XXXXX‘Toe Cor’ zegt Herman terwijl hij de kooi van zijn gevederde metgezel opent, ‘ga eens kijken of er wat te halen valt.’
XXXXXHet is een kleine minuut vliegen van het vervallen atelier naar de gevangenis ‘en mooi dichtbij’ had Herman nog vorige week tegen de gevangenisdirecteur gezegd op weg naar zijn zoveelste proefverlof.
XXXXXHet wordt zwarter en zwarter voor Johnny’s ogen. Hij voelt dat hij het gevecht met Sam om Sandra’s cadeau aan het verliezen is – alsof hij voor de tweede keer zijn kostbaarste bezit aan hem moet afstaan.
XXXXX‘Nee, nu niet en nooit niet’ schreeuwt Johnny terwijl hij de openbarstende mandarijn door een haag van behaarde benen gooit. Vlak voordat het licht helemaal uit zijn ogen verdwijnt ziet hij nog net hoe een groen-rode schim het vrijgekomen witte zakje oppikt en er al krijsend mee vandoor gaat.
Schrijversvakschool #Proza-1 / les 7